Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [7]Hij zeide tot mij: Mensenkind, deze zijn de mannen, die ongerechtigheid bedenken, en die kwaden raad [8]raden in deze stad. 7. Te weten de Geest, die hem voerde. Waaruit blijkt dat het woord niet van den wind moet verstaan worden. Anderen verstaan door dezen sprekenden persoon den Heere, die zich over de cherubim vertoonde, boven hfdst.10 vs.19. 8. Te weten van de stad niet over te geven in der Chaldeen hand, tegen den raad van den profeet Jeremia, maar die te beschermen.